leestijd 5 – 7 minuten
‘Ik heb altijd plannen gemaakt, maar dat is gewoon voorbij. Wat overblijft is een stuk pragmatisme, trucjes, handigheidjes om de dag door te komen. Maar er zit geen echte drive meer bij en de creativiteit is helemaal verdwenen. Piano spelen, schilderijen maken, zelf bloemschikken, het is gewoon weggevallen. Ik heb gewoon geen zin meer. En ook al ken ik nog zoveel mensen, ook al heb ik lieve kinderen, ook al kan ik die altijd bellen en naar ze toe gaan, écht, ik hoef maar te piepen en ze komen, diep van binnen ben ik natuurlijk toch heel erg alleen. Vroeger had ik een groot netwerk, dat gaf voldoening. Je hebt aanspraak, je wordt gezien en gewaardeerd. Het maakt je wereld groter. Inmiddels heb ik niet het gevoel dat het enig nut heeft voor de wereld dat ik nog besta. Er zijn voldoende mensen die mijn taken over kunnen nemen en mijn kinderen hebben mij niet meer nodig. Ook dat is voltooid. Of ik nou wel of geen kerstlunch of diner organiseer, het maakt eigenlijk geen bal uit.’ (passage uit interview met Els van Wijngaarden)
Voltooid leven. Het is een hot topic geweest tijdens de formatiebesprekingen. Het kan zelfs het breekpunt genoemd worden tijdens de formatie. Het is ook een gevoelig onderwerp. Je hebt hier te maken met religieuze kwesties, maar ook met maatschappelijke en politieke. Hier kun je niet ieders wens in meenemen. Maar wat mij nog het meeste raakt in deze discussie, is de relatie tussen eenzaamheid en voltooid leven. Hoe zit dit en hebben wij hier zelf invloed op?
Euthanasie in Nederland
Nederland vergrijst, dat is bekend. Al één op de vijf Nederlanders is boven de 65 jaar. Het CBS verwacht dat dit in 2040 één op de vier zal zijn, waarvan 1,6 miljoen mensen van tachtig jaar of ouder. Met de groei van het aantal ouderen, groeit ook de groep mensen die niet meer wil leven. Volgens onderzoek van het VUMC hebben honderdduizend ouderen in Nederland een doodswens of verminderde wens om voort te leven. Het aantal euthanasiegevallen stijgt ieder jaar: in 2015 werd bij meer dan 5.500 mensen euthanasie toegekend, een ruime verdubbeling ten opzichte van tien jaar daarvoor. Dit zijn mensen die ‘ondraaglijk en uitzichtloos lijden’ omdat ze een ernstige lichamelijke of geestelijke aandoening hebben.
Nog even terug. Wat houdt euthanasie precies in? Bij euthanasie dient een arts dodelijke medicijnen toe aan een patiënt om een eind te maken aan ondraaglijk en uitzichtloos lijden. De wet ging in 2002 in werking. Euthanasie kan enkel plaatsvinden op verzoek van de patiënt en moet hij of zij wilsbekwaam zijn of een wilsverklaring hebben opgesteld. Daarnaast moet de arts de overtuiging hebben dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden (door een ziekte of aandoening) en dat er geen andere, redelijke oplossing is om het lijden weg te nemen. Tot slot moet de arts de juiste middelen toedienen (of geven) én aanwezig zijn bij het overlijden.
Wij zijn als Nederland een van de eerste landen, samen met Luxemburg, België, Canada en een aantal staten in Amerika die een wet op het gebied van euthanasie hebben opgenomen. In Canada is de Death with Dignity act een ‘beweging over de hele wereld gestart’ stelt Grace Pastine. Met de komst van de van de euthanasiewet heeft Nederland al meer dan 15 jaar geleden een grote stap gezet. Maar wat gaat er in ouderen om wanneer zij hun leven als voltooid zien?
Eerste onderzoek naar voltooid leven
Els van Wijngaarden heeft voor haar promotieonderzoek indringende interviews gehouden bij 25 mensen. Nog nooit eerder is er een onderzoek geweest bij mensen die hun leven als voltooid zien. Als je nagaat hoeveel onderzoeken er al gedaan zijn op allerlei gebieden, is het onvoorstelbaar dat dit onderzoek er nog niet eerder is geweest. Ze heeft een definitie geformuleerd voor voltooid leven: ‘Voltooid leven is een kluwe van onvermogen en onwil om nog langer verbinding met het leven te maken.’ Uit haar onderzoek blijkt dat ouderen die een eind aan hun leven willen maken omdat ze dat voltooid achten, zich eigenlijk vooral eenzaam en overbodig voelen en ze bang zijn om afhankelijk te worden. Vijf klachten komen in de gesprekken steeds terug: eenzaamheid, er niet meer toe doen, het onvermogen om zichzelf te uiten, geestelijke of lichamelijke vermoeidheid en een aversie tegen afhankelijkheid.
Is dit onderwerp iets van deze tijd?
Nee, in 1897 publiceerde de Franse socioloog Emile Durkheim Le Suicide. Hij onderzocht hierin de maatschappelijke oorzaken van zelfmoord. Hij kwam tot de conclusie dat zodra een samenleving individualistischer wordt en daardoor gefragmenteerd raakt, de solidariteit geringer en de eenzaamheid groter wordt. Zelfmoorden nemen dan toe. Juist ook bij ouderen.
Ietsjes recenter (1984) verscheen er een essay van socioloog Norbert Elias. Hierin beschreef hij de verbanning van mensen die ‘gebrekkig ouder worden’ uit de gemeenschap van levenden. Hij stelt dat de vroegtijdige eenzaamheid wordt veroorzaakt door een cultuur waarin de dood en het lijden zoveel mogelijk uit het collectieve bewustzijn worden verdrongen. Gezondheid, vitaliteit en aanpassingsvermogen zijn leidend geworden.
Als je kijkt naar het essay van socioloog Elias, die laat zien dat er een tijd is aangebroken waarin gezondheid, vitaliteit en aanpassingsvermogen belangrijker is geworden, kan dit voor een oudere ook een druk met zich mee nemen. We zitten nu in een tijd waar we vaak voor de kosten van de vergrijzing worden gewaarschuwd, zorginstellingen die omvallen, thuiszorg waarop bezuinigd wordt en mantelzorgers die overbelast raken. Het lijkt alsof sommige ouderen geleerd hebben emoties te onderdrukken, maar juist dit in combinatie met druk kan eenzaam versterken.
Het begint met luisteren. Echt luisteren.
Daarom is het nu zo belangrijk om in gesprek te blijven met een naaste oudere. Om de verbinding te maken, te behouden. Iemand een gevoel geven dat diegene een liefdevolle plek heeft, en dus niet vanuit eenzaamheid, dan heb je al verloren. Vanuit deze liefdevolle plek kunnen er gesprekken plaatsvinden die dieper gaan en waar er gepraat kan worden over de laatste levenswensen. De valkuil van de luisteraar is dat er niet geluisterd wordt, maar gelijk wordt nagedacht over de volgende handeling. En natuurlijk gebeurt dit vaak vanuit liefde. Maar wat is de reden? En wat is daar weer de reden achter? Wordt er dus wel echt geluisterd tijdens zo’n gesprek?
Volgens mij ligt precies daar het begin. Luisteren. Echt luisteren. Niet alleen tijdens een gesprek over deze wensen, maar überhaupt wanneer je het hebt over eenzaamheid. Het is makkelijk om snel over te gaan naar actie. Maar wordt diegene daarmee echt gehoord? Voer je dan ook de actie uit wat iemand echt wilt? En dit kan moeilijk zijn, confronterend soms. Je wilt misschien gelijk al een antwoord hebben, maar dat hoeft niet. Het is ook goed als je even niet weet wat je moet zeggen, juist dat maakt de verbinding.
Denk eens na over één van je ouders, over je opa of oma of een andere naaste oudere. Wanneer heb jij voor het laatst écht geluisterd naar diegene?